Wie aan Frankrijk denkt, ziet al snel lavendelvelden, stokbroden en chique steden voor zich. Maar er is nog een andere kant van het land die minstens zo levendig is: de wereld van festivals. In elk seizoen, van de Alpen tot de Atlantische kust, worden honderden culturele festivals georganiseerd. Sommigen trekken wereldsterren aan, anderen vinden plaats in dorpen waar geen stoplicht te vinden is. Wat ze gemeen hebben? Een diepe verbondenheid met traditie, kunst en gemeenschap.
Frankrijk telt jaarlijks duizenden festivals. Deze zijn er in alle soorten en maten: van theater tot beeldende kunst, van elektronica tot klassieke muziek. Het meest bekende voorbeeld is misschien wel het Festival van Cannes, waar de internationale filmwereld ieder voorjaar samenkomt aan de Côte d’Azur. Maar daarachter schuilt een netwerk van kleinschalige, lokale evenementen die minstens zo belangrijk zijn voor de Franse cultuurbeleving.
Een opvallend aspect is de spreiding. Waar andere landen hun grote festivals vooral in de hoofdsteden organiseren, kiest Frankrijk bewust voor decentrale locaties. In dorpjes in de Dordogne, op heuvels in de Provence of tussen wijngaarden in de Bourgogne ontstaan culturele ontmoetingsplekken. Voor even verandert een rustig gehucht in een bruisend middelpunt van kunst en expressie.
Een goed voorbeeld is het Festival d’Avignon. Dit theaterfestival, dat sinds 1947 plaatsvindt, behoort tot de belangrijkste podiumkunstevenementen van Europa. De oude binnenstad wordt omgetoverd tot één groot openluchttheater. Straatartiesten, acteurs en dansers vullen de pleinen, terwijl toeschouwers zich van voorstelling naar voorstelling verplaatsen. Het publiek bestaat niet alleen uit theaterkenners, maar juist ook uit gezinnen, toeristen en scholieren.
Even beroemd, maar op een heel ander gebied, is het muziekfestival Les Vieilles Charrues in Bretagne. Dit begon ooit als lokaal feest met vrienden, maar groeide uit tot het grootste muziekfestival van Frankrijk. Grote namen als Sting, Muse en David Bowie traden hier op. Wat blijft is de gezellige sfeer, het plattelandse decor en het idee dat muziek mensen uit alle hoeken van het land samenbrengt.
Niet alleen muziek en theater krijgen aandacht. Er zijn festivals gewijd aan strips (Angoulême), fotografie (Arles), boeken (Saint-Malo) en zelfs gastronomie (Lyon). Elk festival heeft een eigen identiteit en trekt een specifiek publiek. Daarmee versterken ze niet alleen de cultuur, maar ook de lokale economie. Hotels, restaurants en winkels profiteren mee. En vrijwilligers uit het dorp zorgen vaak voor de organisatie, waardoor er een sterk gemeenschapsgevoel ontstaat.
Franse festivals onderscheiden zich ook door hun lange tradities. Veel evenementen gaan al tientallen jaren mee en zijn diep verankerd in de lokale cultuur. In de Alpen wordt elk jaar het Festival International du Film de Montagne georganiseerd, gewijd aan bergfilms en avonturen. In Zuid-Frankrijk viert men het Festival de la Borie, gericht op klassieke muziek in openlucht. Dit soort festivals combineren cultuur met natuur, en brengen bezoekers naar plekken die ze anders nooit zouden ontdekken.
Een ander voorbeeld van traditie is het Fête de la Musique, dat elk jaar op 21 juni plaatsvindt in het hele land. Overal treden amateurmuzikanten op – op straathoeken, in parken, in cafés. Van jazz tot punk, van koor tot dj: alles kan, zolang het maar live is. Deze dag is uitgegroeid tot een nationaal feest waarbij muziek letterlijk uit alle hoeken van het land klinkt.
Opvallend is ook de rol van overheid en subsidies. De Franse overheid investeert bewust in cultuurspreiding. Lokale overheden, ministeries en culturele instellingen ondersteunen festivals financieel. Dit gebeurt niet alleen in de grote steden, maar ook in dunbevolkte regio’s. Op die manier blijft kunst toegankelijk, en krijgt jong talent een podium.
Toch staan sommige festivals onder druk. Stijgende kosten, strengere veiligheidsregels en veranderende publieksvoorkeuren zorgen ervoor dat de organisatie steeds complexer wordt. Sommige evenementen verdwijnen of moeten fuseren. Anderen zoeken nieuwe vormen, bijvoorbeeld door hybride edities aan te bieden – deels live, deels online.
Corona had hier een grote impact op. Veel festivals werden in 2020 en 2021 geannuleerd of uitgesteld. Toch bleek ook hoe veerkrachtig de sector is. Online concerten, streamingvoorstellingen en kleinschalige initiatieven zorgden ervoor dat het publiek betrokken bleef. Nu festivals weer fysiek plaatsvinden, is de belangstelling groter dan ooit. Mensen hebben behoefte aan verbinding, aan samen zijn, aan cultuur.
Ook duurzaamheid is een groeiend thema. Steeds meer organisatoren nemen maatregelen om de impact op het milieu te beperken. Denk aan herbruikbare bekers, afvalscheiding, carpoolinitiatieven en lokale catering. Duurzaamheid wordt niet meer gezien als ‘extraatje’, maar als essentieel onderdeel van het festivalconcept. Daarmee sluiten Franse festivals aan bij een bredere trend in Europa.
Tot slot speelt diversiteit een rol. Organisaties zetten zich in om programma’s inclusiever te maken. Meer aandacht voor vrouwelijke artiesten, voor minderheden, voor nieuwe kunstvormen. Hierdoor ontstaat een rijker en gevarieerder cultureel aanbod, dat past bij een samenleving in verandering.
Frankrijk mag dan bekendstaan om zijn erfgoed, het is juist in zijn festivals dat het land zijn creatieve ziel laat zien. Hier komen generaties samen, hier ontstaan nieuwe ideeën, hier viert men het leven – op het ritme van muziek, kunst en verbondenheid.