Frankrijk is al eeuwenlang een land waar politiek en emoties dicht bij elkaar liggen. Sinds Emmanuel Macron in 2017 tot president werd gekozen, is er veel veranderd. Zijn belofte was helder: Frankrijk hervormen, moderniseren en internationaal versterken. Maar na jaren aan de macht rijst de vraag: is zijn beleid een bron van vooruitgang, of juist van verdeeldheid?
Macron kwam aan de macht met een frisse wind. Jong, dynamisch en los van de traditionele partijen. Zijn beweging, La République En Marche, beloofde een nieuw politiek midden dat economische hervormingen koppelde aan sociale rechtvaardigheid. Veel Fransen zagen in hem een kans op vernieuwing, na jaren van stagnatie onder oude politieke structuren.
Een van zijn eerste stappen was de hervorming van de arbeidsmarkt. Minder bureaucratie, soepelere regels voor bedrijven en meer ruimte voor onderhandelingen op lokaal niveau. Werkgevers waren voorzichtig positief, maar vakbonden reageerden fel. Zij vreesden dat werknemers te veel rechten zouden verliezen. De protesten bleven niet uit, maar Macron zette door.
Ook het pensioenstelsel ging op de schop. Frankrijk kent tientallen verschillende pensioenregelingen, afhankelijk van beroep en sector. Macron wilde daar één universeel systeem van maken. Efficiënter, eerlijker, overzichtelijker. Maar het voorstel leidde tot massale stakingen. Vooral spoorwegpersoneel en leerkrachten voelden zich benadeeld. Uiteindelijk werd de hervorming deels aangepast, maar de toon was gezet: hervorming in Frankrijk is nooit zonder slag of stoot.
Economisch gezien heeft Macron wel degelijk resultaat geboekt. De werkloosheid is gedaald, buitenlandse investeringen zijn toegenomen, en Parijs is aantrekkelijker geworden voor bedrijven, zeker na Brexit. Start-ups en technologiebedrijven profiteren van belastingvoordelen en steun. Frankrijk presenteert zich als een modern Europees centrum voor innovatie.
Toch voelen veel Fransen zich niet aangesproken door deze successen. Voor hen blijft het leven duur, onzeker en soms uitzichtloos. De beroemde ‘gilets jaunes’ (gele hesjes) kwamen hieruit voort. Een protestbeweging die begon als verzet tegen hogere brandstofprijzen, maar snel uitgroeide tot een bredere kritiek op ongelijkheid, elitaire politiek en achterstelling van het platteland.
Macron’s stijl van regeren speelt hierin ook een rol. Hij is zakelijk, strategisch en Europees georiënteerd, maar mist volgens velen de empathie en nabijheid die Franse kiezers waarderen. Hij spreekt vloeiend in technocratische termen, maar minder in het dagelijkse taalgebruik van de gewone burger. Dat zorgt voor afstand.
Internationaal heeft Macron zich duidelijk gepositioneerd. Hij wil een sterker Europa, meer samenwerking op defensie en technologie, en minder afhankelijkheid van de VS of China. In Brussel heeft hij invloed, en in crisismomenten – zoals tijdens de coronapandemie – speelde hij een leidende rol. Toch blijft ook hier de binnenlandse kritiek aanwezig: waarom zoveel aandacht voor Europa, als er in eigen land nog zoveel te doen is?
Op sociaal gebied is zijn regering soms vooruitstrevend, soms behoudend. Zo werden bepaalde milieumaatregelen versneld ingevoerd, maar bleven andere juist uit angst voor nieuwe protesten achterwege. Het onderwijs kreeg hervormingen, waaronder nieuwe eindexameneisen en nadruk op basisvaardigheden. De zorgsector kreeg te maken met bezuinigingen én coronasteun, wat leidde tot wisselende reacties.
De coronajaren vormden een cruciale test. Macron introduceerde een streng vaccinatiebeleid, met verplichte coronapas voor toegang tot veel voorzieningen. Dat leidde tot demonstraties, maar ook tot hoge vaccinatiegraden. Zijn beleid werd uiteindelijk als effectief gezien, al blijft het debat over vrijheid versus veiligheid gevoelig.
In de verkiezingen van 2022 werd hij herkozen, maar met minder enthousiasme. Veel kiezers stemden op hem om extreemrechts buiten de deur te houden, niet uit overtuiging. De politieke kaart van Frankrijk is inmiddels versplinterd. Extreemrechts van Marine Le Pen is sterker dan ooit. Links is verdeeld, en traditionele partijen zijn gemarginaliseerd. Macron staat centraal, maar het draagvlak is broos.
In zijn tweede termijn zet hij zijn lijn door. Hervorming van de publieke sector, digitalisering, vergroening van de industrie. Maar ook hier botsen idealen met realiteit. De stakingen tegen de pensioenleeftijdverhoging in 2023 toonden dat de kloof tussen beleid en beleving nog steeds groot is. Voorstanders noemen het noodzakelijk voor de toekomst. Tegenstanders zien het als een aanval op verworven rechten.
De vraag is wat er na Macron komt. Zijn partij heeft nog geen duidelijke opvolger. De oppositie is verdeeld. De politieke toekomst van Frankrijk hangt af van wie de brug weet te slaan tussen vooruitgang en nabijheid. Tussen modernisering en respect voor tradities.
Frankrijk onder Macron is dus een verhaal van twee gezichten. Enerzijds economische vernieuwing, meer internationale positie, en hervormingsdrift. Anderzijds sociale onrust, protesten en een groeiend gevoel van vervreemding onder veel burgers. De balans is nog niet opgemaakt. Maar één ding is duidelijk: Frankrijk verandert, en die verandering roept vragen op.
Wat denk jij: is Macron goed bezig, of maakt hij het verschil tussen stad en platteland alleen maar groter? Laat hieronder weten hoe jij tegen de Franse politiek aankijkt!